Hoewel ik ’s morgens nog altijd sneller ben dan de apparatuur, loopt
mijn tekst niet synchroon met de beelden. Praat ik nog

over kale takken waarin en waarlangs, rechts vult het uitzicht zich met
bladeren en groen, elke dag meer en steviger,

bovendien is de lucht vol met kwetterende geluiden die zelfs de buren
overstemmen, al is dat maar voor even. De ochtend

met stroken licht begint vandaag voorzichtiger alsof ze, net als mijn
computer, wat problemen heeft met het vullen

van het scherm, er nog te weinig toeschouwers zijn om onder de indruk
te raken. Tussen het jonge loof vallen de dichte

deuren bijna nog meer op, de rij koude auto’s, de stilgevallen afspraak,
wij de damp boven het veld. Misschien moeten we

leren fluiten, kwetteren als verenvrienden, de dakrand als houvast en dan
eindeloos gaan vliegen boven onszelf om het te kunnen zien.