De droom is niet selectief. Het is de map met knipsels die vanaf
de kast op de grond valt terwijl niemand tegen

de deuren botst, het moet het beruchte monster zijn dat eerst klom
naar hoogten die je zelf alleen met keukentrap en

wiebelend bereikt, dat grijzend en expres het stof van de stapel
blies en de zilveren papierbeestjes tartte en toen

met een schurend geluid de kleuren door elkaar gooide en de letters
en met voldoening op de valpartij toekeek of hoe

ik toesnelde en probeerde op de vloer de collage te maken die al
jaren in mijn hoofd zat maar waarvan ik niet meer

wist dat ik het materiaal had. Het wakker zijn is vol keuzes. De
lief die vannacht een crimineel bleek alvorens hij

met lichte duw mij zei dat het nooit goed zou komen, brengen we
om terwijl we onderdak bieden aan smakkende trollen.