Zijn Engels waarom klinkt veel dramatischer dan het onze en blijft
langer hangen, zijn kleine vingers die hij eerst in het boek

prikt en later mij toont, hij is weliswaar een grote jongen maar look
hoe smal dat vingertje is, lagen bovenop een vis die

met grote wolken blauw spuwt en tentakels heeft die naar alle kanten
zwemmen en een grijns ergens halverwege.

Eten we die? Maar wat dan en hoe, at zijn mamma ook? En waarom
heeft deze geen schelp om zich heen en heeft

deze schelp ook een parel? De route gaat van inktvis naar mossel, van
scholletjes naar zwaardvis, van garnaal die

hij beslist herkent uit een voorafje naar walvis maar dat is nog maar
één bladzijde van het boek. We komen langs de

parelketting van zijn mamma, de vrieskist met voorraad, stoppen in
zijn halsje en in zijn zij maar moeten nu omslaan, o jee.