Mevrouw S. is aangevallen door een medebewoner in de lift
en toont verontwaardiging en wonden, mevrouw

E. maakt haar excuses voor alles dat ze meeneemt en wijst
om zich heen op niets en mevrouw de B.

vindt dat ik de zaken te mooi voorstel maar ik lees slechts voor,
bril halverwege mijn neus en af en toe

met gek stemmetje of een dialect dat ik niet beheers. Het komt,
zegt een ander, door de hitte. De groep lijkt

verslagen of boos of simpelweg uitgedroogd en bijna iedereen
heeft een pleister, een verband of een zwachtel

en blote tenen die nauwelijks wiebelen op het steuntje van de
rolstoel. In de ene sandaal van mevrouw de B.

zitten roze gelakte nagels maar dat is een kwestie van verveling,
snuift ze, van die meiden hier.