De warmte van de zon, achter glas veelal, is slechts een afgeleide
van de warmte van zijn lijf, half ontkleed vaak en
ergens in zijn paradijs waar hij ongezien verdwaalt maar nog wel
op mijn beeld staat, net niet te lang om
het fragment door te branden maar wel zo uitnodigend dat iedere
keer het stukje film door mijn handen gaat, of hij,
binnengehaald vanuit die herinnering. Ook met ogen dicht is de
huid voelbaar, sissend op het melkwit van mijn
bestaan, schroeiend tegen mijn onderdelen die opeens overal lijken
te liggen, de geheime plek delend, schuilend later
in de vrijplaats van het verleden. Bij wolken, wind en waan is er
soms die lichtflits of heldere rand, een teken dat
hij zal verschijnen, hoog boven me zal uit torenen en grinnikend
tot herovering besluit, zijn stralen tot in mijn botten.
Reacties door alja
vaak ongewild
dank Frank
het verkeerde perkje
bij alles dat W. vertelt, zegt hij 'maak daar maar ...
hoe lief tegelijkertijd
dank Leonore
de 2e column voor de site van Pom Wolff
Hij is er nog, speelt piano en leest! Dank voor ...
mijn veiligheid
ik houd in alle opzichten meer van het suggestieve, x