Een van die herinneringen is het opeen gepropt in de Volvo
over een beijzelde weg naar de stad rijden, nacht,

sterren aan de hemel, achter ons een pesterig vriendje dat
probeerde in te halen maar niet deed, mijn

vader nonchalant maar rustig, mijn moeder met gilletjes en
op haar zondags gekleed terwijl wij een lange

broek aan mochten omdat het vroor en de Grote Kerk zou
tochten, zij had haar bontjasje net over haar

billen hangen en haar pumps schraapten over de graven, en
dan de mensen in het heilig ruim waartussen

hinderlijk vaak net die ene klasgenoot op wie ik het hele jaar
in stilte verliefd was, de kaarsen walmden en

dropen en als altijd bezorgde de samenzang niet getoonde
tranen en ergernis, het wachten was op het Amen.