Aan het bureau van mijn vader waar de grote zilveren knoppen
de zware, diepe laden bewaakten waarin hij zijn

leven bewaarde samen met wat paperclips, een stempel met
zijn onmogelijke maar indrukwekkende en zeker

illustrerende handtekening, nooit zag ik meer zo’n reuze zwier
terug, een half bewaarde borstplaat, vermoedelijk

een te gulzig gebroken hart, zijn vulpen en potjes inkt, daaronder
de jaarcijfers, het kerkenblad en een getekend

grafiekje waarin iets helemaal bergafwaarts ging, vergezeld met
uitgemergelde koeien en een dwars konijn, wordt

niet aan zijn oeuvre gewerkt, nog niet, maar aan de nalatenschap
van mezelf blijkbaar. De webmaster van M. is zo

vriendelijk mij wegwijs te maken zoals hij dat jaren daarvoor
al deed in een ander grijs gebied, we komen thuis!