In de beddensprei haakten zich gekleurde beesten van
allerlei vorm en grootte die langzaam zich
verspreidden richting zijn hoofd terwijl daarboven over
het plafond een gelatineachtige massa probeerde
zich los te laten, bijna drupte op zijn lijf, en de muren
nauwer om hem heen sloten, steeds dichterbij
kwamen alsof hij, bijna misselijk, zijn ogen stijf hield
terwijl hij zijn benen over de rand van het
enorme bed gooide maar nergens de vloer vond en met
heel lange poten zelf het dier leek waar hij
het bangst voor was, losgelaten door grijnzende engelen
met vorken hooggeheven langs gezichten
waarbinnen gaten al het redelijke vervingen, zijn vingers
opeens de klauwen van het nachtelijk monster.
Zoiets gebeurt, zei de zuster geruststellend in de ochtend,
en haalde twee van de vier pillen uit zijn bakje.
Elbert Gonggrijp
21 juni 2018 — 05:36
Geweldig, zeker door die onverwachte bijna humoristische wending aan het eind. Ik dacht eerst dat je het over een klein kind had met veel voorkomende en erge nachtmerries, maar dat van die pillen… Geniaal weer…
Lieve groetjes,
Elbert