De tekst vergrotend die onder zijn handen ligt, turend
naar de tekeningen die hij rond de kantlijn

verzamelt, hem horen zuchten boven zijn werk, dan
opkijkend naar de verten ingeperkt door

de straat voor hem en hoe vaak zij langs fietste, zijn
vingers verschuivend vlekken makend van

de inkt, de inhoud van zijn heimwee want afwezigheid
bestond in al zijn handelingen maar ook

in de hare, zie ik eindelijk dat wat hij me echt zei en
dat wat hij verzweeg. Alleen al het handschrift

brengt me zijn vertrouwen en het antwoord op zijn
herhaalde vraag: of ik gelukkig was?

Voordat ik kon lezen draaide ik het om, de beesten op
papier immers half dood en uitgemergeld.

 

mijn vader schrijft en tekent in het gastenboek bij een expositie van mij in Purmerend, 2007, boven de tekst van mijn moeder en onder die van een andere bezoeker