Er is een dichter die zegt ‘laat me eens naar je kijken’
alsof ik een afspraakje ben zonder naam, een

eersteling in een rij mogelijke kandidaten voor een
droomeiland in de zon, een oplossing,

het probleem onvergeeflijk, een bijzonder exemplaar
vervolgens waaraan mijn moeder het woord

‘apart’ koppelt zoals ze dat bij elk gerecht en elke
creatie deed, ik draai nog net niet op

mijn tenen rond maar ik lach wel zoals men van mij
verlangt. ‘Hmmm’ zegt de dichter, ‘daar

ben je dan’ en opnieuw is het alsof ik in het schap lag
en afgeprijsd mijn waarde bewijs, alleen

voor mannen misschien, in een ander shirtje wellicht,
tegen de ochtend en voordat ik buk.