Terwijl ik reis als schrijver en mezelf altijd een opdracht geef
teneinde de mensen en geluiden te weerstaan,
is de afstand tussen onderwerp en ervaring onoverbrugbaar. Er
zijn misschien een, twee mensen in dezelfde
ruimte die mij zouden lezen en weten wat ik bedoel, die dezelfde
lijn zouden zien lopen in het blauw: van
porselein naar aderen onder mijn huid, van het patroon van mijn
jasje naar de strepen in de lucht, van mijn moeite
naar het gemak waarmee. Iedereen kauwt onderweg, handen om
uitstulpende waar, iedereen praat onderweg,
informatie die niets toevoegt, meningen die weerlegbaar zijn, er
is niemand meer die de beesten liggen ziet en
de verte, loom en leeg. Zo wens ik me de thuiskomst zodra ik de
deur dichttrek. De warmte van mijn eigen huid.
elbert gonggrijp
4 september 2017 — 07:53
Een moeilijke dit keer voor mij Alja… Bedoel je dat men als lezer nooit in jouw hoofd kan kijken, jouw beleving kan invoelen? En dat jij je moet afsluiten om te kunnen schrijven? Maar wel weer een mooi fascinerend gedicht…
Groetjes,
Elbert
alja
4 september 2017 — 08:46
ook, x