De waarheid komt ’s avonds laat. Net als je denkt
dat de deur op slot kan, staat er

die bezoeker die je niet weigeren kan, erger nog,
hij heeft zijn eigen sleutel en is sneller.

Hij slaapt met je. Niet dat jij slapen kan. Vanuit
dat warme lijf dat zich wil nestelen tegen

je, komen de vragen. Halve grapjes eerst waar je
niet tegen kunt, raadsels en verzoekjes,

boze beschuldigingen later, herinneringen, foute
beslissingen, hopeloze pogingen.

Nu het daar ligt wordt alles veel duidelijker. Terwijl
het donker bezit neemt van de ruimte,

zie je het haastig schilderwerk in de hoeken, de
spijkergaten en het loslatend plafond.