Dromend dat we in verkleedkleren rondlopen, mijn kinderen
en ik, het patroon van de geel met zwarte doek uit de
schatkist van hun jeugd, de paarse tule, de
zwart doorzichtige blouse waarop gekleurde roosjes en de
wijd uitlopende broek uit mijn hippietijd, en verdwalend in
de nieuwbouw, stegen tussen huizen door waarin
we achter elkaar maar cirkelen. Zo nu en dan kom ik hem dan
tegen: hij is nieuw en donker, klein en elegant en elke keer
tuit hij zijn lippen, ik loop voor hem om en
eindelijk dan is er een ruimte, een clubhuis waar op een tafel
foto’s liggen waarop wij zichtbaar zijn: ik draag een zwarte
kanten jurk, ruisend met daarover een
lang gebreid vest en heb blote voeten in hoge schoenen en
de geel met zwarte doek ligt over zijn hoofd en wacht tot het
weggetrokken wordt, blijkbaar. Het is
ver in de ochtend als ik wakker word en ik voel me schuldig:
ik versliep mijn productieve uren, mijn zonnestand, mijn
stille straat nog, mijn ritueel, maar mijn kinderen slapen.
Reacties door alja
vaak ongewild
dank Frank
het verkeerde perkje
bij alles dat W. vertelt, zegt hij 'maak daar maar ...
hoe lief tegelijkertijd
dank Leonore
de 2e column voor de site van Pom Wolff
Hij is er nog, speelt piano en leest! Dank voor ...
mijn veiligheid
ik houd in alle opzichten meer van het suggestieve, x