Als altijd is iemand afwezig. Zoals traag een wolk zich
verplaatst, vlak boven de bruiner wordende
toppen, en een plukje aarzelt in het voorbijkomen, wat
hangt boven de lege nesten, vogels
uit het huis geduwd terwijl daarboven de zilveren metalen
beesten wel vliegen, en ik moe van
het kijken altijd iets niet beschrijf. Handen vol van al dat
grijs past het groen niet meer. Een dak blijft
rood achter. Een straat is geel in de hitte. Er speelt een
deuntje uit vroeger tijden, overal zijn
de ramen open. De verte een leeg duin. Handen die boven
al de kleuren zich verkrampen, een jurk
zo uitgedaan dat het nooit meer past. Vlekken die oplossen
in die lome beweging, mensen ooit.
Reacties door alja
vaak ongewild
dank Frank
het verkeerde perkje
bij alles dat W. vertelt, zegt hij 'maak daar maar ...
hoe lief tegelijkertijd
dank Leonore
de 2e column voor de site van Pom Wolff
Hij is er nog, speelt piano en leest! Dank voor ...
mijn veiligheid
ik houd in alle opzichten meer van het suggestieve, x