De haast komt terug, het koortsachtig gevoel dat wij
nog zoveel moeten en of het nu

alleen is omdat wij weer aangesloten zijn met de rest
van de wereld of omdat wij daadwerkelijk

zoveel nog moeten, blijft als de zon in het midden
hangen. Ik bedoel, men zou kunnen

wandelen, het halve brood uitstrooien, verder gaan in
het gesprek dat vorige week werd onderbroken.

Zich buigen over de narcissen in de middenberm en
vragen om genade aan Hem, daartoe

afgedwaald en teruggekeerd in het dorp. Daar lagen
zij nog steeds en ik vergat ze het belangrijkste

te vertellen, ik was alleen maar weg, zei ik en schoof
met natte hand de losgelaten bloemen terzijde.