In de beperkte museale ruimte, trap op, rechts
aan onze uitgestoken hand, had ze
losgelaten: de kaders waarbinnen ze moest leven,
de centrale punten waarlangs ze
behendig moest laveren, de mensen die ze moest
ontzien, zichzelf tegenkomend.
Althans dat hoopte zij. Ze wist dat ik het begreep,
zei ze, omdat het mijn woorden waren die
daar uitvergroot haar in het gezicht bliezen, het
eind van die traptreden, rechts. Ronde
hoeken in een vierkant als matrassen tegen een
muur en dan zacht vallen als
dwarrelende kinderen die elke keer weer opstaan
en verder spelen, nooit te moe.
(voor dichter M.)
wij hangen nog tot eind februari in Kranenburgh
onder andere met:
‘Vanuit
die leegte wordt alles anders’
uit: de ruimte
Reacties door alja
vaak ongewild
dank Frank
het verkeerde perkje
bij alles dat W. vertelt, zegt hij 'maak daar maar ...
hoe lief tegelijkertijd
dank Leonore
de 2e column voor de site van Pom Wolff
Hij is er nog, speelt piano en leest! Dank voor ...
mijn veiligheid
ik houd in alle opzichten meer van het suggestieve, x