Hoe ik haar nog steeds als moeder
wil terwijl ze niet
in staat is voor me te zorgen, hetzelfde
hardnekkige gebaar van
afwimpelen en vluchten als de ander
van mij wil houden, ik
redenen verzin van niet, zij daar in
een grond die maar niet
zachter worden wil totdat ik daarnaast
liggen ga, hij daar
in een bed van rozen die aan alle kanten
steken totdat ik, bloedend,
het vlees in hem voeg, zijn wonden lik,
de hemel zich sluit.
hans altena
4 augustus 2015 — 07:58
al sluit dit gedicht zich op een bewonderenswaardige manier, zo mooi en goed geschreven, er opent zich hier iets dat daar nog bovenuit stijgt…
alja
4 augustus 2015 — 08:48
jouw commentaar is altijd zo mooi, dank je wel