Schrijvend zou ik nu al klaar zijn.
Er zouden woorden tussen zitten
die ik niet meer terug kan lezen.

Ik zou een kras zetten en ‘shit’ en
dan later me schamen voor de afdruk
van die handeling op

de volgende bladzijde. Ik zou haar
evengoed zien en met mijn vingers
voelen. Ik zou opnieuw

beginnen. Keurig de datum kiezen,
het gebruik, de kleuren, de beleving.
Ik zou elk woord begrijpen.

Daarna wordt het kleinood geborgen.
De deur klemt zich aan een mouw
van een geborduurd jasje.

De dozen ruiken naar sinaasappelen.
Zachte garens vullen de lege hoeken.
Lezend rangschik ik opnieuw.