Met een buurman die over het gras rijdt langs
mijn nog altijd gebukte moeder die met haar
keukenschaar de laatste randjes knipt, is

het voorspelbaar dat mijn uitzicht verandert.
Een der meest bepalende bomen uit mijn jeugd,
in bloei het perfecte decor voor

bruiloften en partijen, wordt met veel kabaal
en geweld omgezaagd. Het gat en licht is een
missende herinnering. Nog net

op tijd trek ik mijn mamma weg, ze zou in het
Fries gevloekt hebben en de manlijkheid van
de onverlaat belachelijk hebben gemaakt

dan wel twijfelachtig. Ik zou haar graag willen
zijn, met mijn klompjes gooiend onverstaanbaar
boos willen worden. Maar ik zoek

de foto’s van al het roze en haar vrolijkheid,
ze hangt uit het raam voor de juiste hoek, en
wacht op haar elegante val.