Zijn handen vallen gelijk met mijn haar. Alsof hij stil maar zegt en
thuiskomt, lange stappen en de kou van buiten aan
mijn voeten. Zoals die keer dat hij me een lege kerk in trok en er opeens
een koor ging zingen, verstopt achter de pilaren of
in mijn heupen mij stevig over het ijs duwde en ik niet viel of die keer dat
hij dertig kaarsjes aanstak rond de rand van het bad.
Met die ene beweging komt alles terug. Het lijf warm, snuffelend aan mijn
flanken, steeds meer makend van dat ene gebaar.
Vragen om blijven, om nog een keer, wanneer ben ik terug en waarom zou
ik vertrekken. De treinen staken,
de wereld gaat ten onder, het is vakantie toch, nog niet alle boeken zijn
uit en hij heeft nog niets gelezen, staan er plaatjes bij,
vraagt hij, en ik zie een kouwelijk meisje bedelend op de hoek, ze draagt
rood, een hond blaft, een ster hangt in de rechterhoek en valt bijna.
Reacties door alja
vaak ongewild
dank Frank
het verkeerde perkje
bij alles dat W. vertelt, zegt hij 'maak daar maar ...
hoe lief tegelijkertijd
dank Leonore
de 2e column voor de site van Pom Wolff
Hij is er nog, speelt piano en leest! Dank voor ...
mijn veiligheid
ik houd in alle opzichten meer van het suggestieve, x