Soms is er een dag die stilstaat in de tijd. Je opent de kelderdeur
en ziet een lijk, de zwarte vlek op de vloer blijkt

te leven en zich op te rukken naar je tenen. De straten zijn te glad
om weg te rennen en iets houd je sowieso tegen.

Lang geleden dat we koorts hadden en bukten over de wc-pot en
lang geleden dat we de lakens nat maakten van het

zweet, nog langer geleden dat we deden alsof we werkten. We
horen onszelf slapen op de bank terwijl we nog

rechtop zitten. En dan is het opeens alweer avond en kunnen we
terug naar het begin en maken de nieuwe dag gewoon

die van gisteren. En dan is de straat glimmend maar van de regen,
het wasgoed draait, er ging echt iemand dood in de

tussentijd maar wij kunnen onze tenen nog om de stoelpoten krullen
en verdergaan met dat wat we moeten doen.