Gebouwen lijken zich te verplaatsen als de bestanden in je harde
schijf, gisteren liep je er nog langs en stelde je het

nog veilig, vandaag is er een wegomlegging, oponthoud en rood-wit
hekje, een zoeken met toegeknepen ogen en lichte

paniek bij al het zwart op je scherm. Woont u hier, lijkt iemand te
vragen alvorens je naar binnen mag. En dwars

als je bent, ontken je natuurlijk, wilt geen toegangsbewijs vertonen,
niets herkennen maar je gewoon verschuilen achter

torens van woorden die ergens in de verte opdoemen. Was u hier al
eerder, is het vervolgens, kunt u aantonen dat,

en een diepe zucht is alles waarmee je je verraadt. Iets lijkt te wuiven
en misschien te lokken, nog een paar stappen in je

richting te komen en dan te willen uitrusten tegen je schouder, je
hoort een belletje, een plofje, de wereld gaat open.