Het voelt als die ene keer op het lege meer, wijdbeens achter het
roer, ogen op de kim zoals de kleine kapitein steeds
weer zijn route bepaalt, in die overweldigende ruimte een spoor
te zien en rechtdoor te gaan, misselijk bijna van
die leegte, iets in de verte moet er zijn, een begrenzing, vuurtoren,
einde van de wereld, dan pas weer veilig zijn.
Misschien pas als hij uit het ruim komt en achter me komt staan,
een hand op mijn rug, zo is dit verkennen van
mogelijkheden. Iemand voert de vissen pannenkoeken, we zijn
kinderen, ver van huis, de een bang, de ander stoer,
roepen zonder echo, een klein liedje, klimmen in de mast. Alsof
we uiteindelijk land zien, een rookpluim, een mens,
en dan herkennen wat we achter ons lieten en eindelijk duidelijk
is waarom we wegvoeren, hand in hand uitstappen.
Reacties door alja
vaak ongewild
dank Frank
het verkeerde perkje
bij alles dat W. vertelt, zegt hij 'maak daar maar ...
hoe lief tegelijkertijd
dank Leonore
de 2e column voor de site van Pom Wolff
Hij is er nog, speelt piano en leest! Dank voor ...
mijn veiligheid
ik houd in alle opzichten meer van het suggestieve, x