In de nacht zijn er psalmregels die ik als kind en later ook nog,
voelend aan de wanden van mijn waterhuis.
mijzelf hardop zong. Misschien is er iemand doodgegaan, ik
duw mijn vingers in mijn voorhoofd en moet
zelfs bijna huilen terwijl de koelte van buiten tot me komt, wie
zingt er nog meer, wie stuurt me een bewijsje
van leven, het was de derde regel die mijn pake altijd vergat.
Van heel ver is er een zieke man op de bank
in de huiskamer zodat daar niemand mocht spelen, mijn mamma
is een kind nog en op een dag is die bank leeg
en start haar heimwee en de melodie geeft ze door aan mij, een
neuriënd wijsje. Soms zijn de wanden nat, soms
is het alsof zelfs de vloeren huilen, soms murmelt deze boomhut
vergeving aan de Heer die tergend langzaam vertrok.
Reacties door alja
vaak ongewild
dank Frank
het verkeerde perkje
bij alles dat W. vertelt, zegt hij 'maak daar maar ...
hoe lief tegelijkertijd
dank Leonore
de 2e column voor de site van Pom Wolff
Hij is er nog, speelt piano en leest! Dank voor ...
mijn veiligheid
ik houd in alle opzichten meer van het suggestieve, x