Elk station kleurt rood, elke roltrap is gevuld met rood, elke
deur gaat met moeite open en dicht omdat het rood

tegen de ramen duwt, elke uitgang en ingang is rood, overal
is geklets en gelach, uitleg en begrip en onze

zwart geklede familie, met een heel andere missie vandaag,
moet toevallig die kant op, doet uren over

een afstandje van niets, spaart adem en gesprek en wordt dunner
en kleiner en valt in stukjes uit elkaar tot ze bij

hun stad komen. Op de weg terug kan iedereen zitten, een klein
meisje drukt haar tekening met veel rood tegen de

deur van de coupé, glitters op haar wangen. In de kaasstad
vaart een bootje met dronken mannen en heel

veel lawaai, kleurloze figuren. Op onze foto’s omhelzingen
en zon en veel eten en toch dat zwart.