Hij zegt dat we oud geworden zijn. Niet eerst een hand in
mijn nek en dan mijn gezicht langzaam
draaiend, niet eerst me helemaal aankijkend na lang staren
in de verte en dan aarzelend groeten, niet
me zoenen en dan hoofdschuddend zeggen dat hij zich heeft
vergist, nee, hij besluipt me vanuit de hoek van de
zaal en confronteert me met de vraag of ik hem nog herken
terwijl ik allang iets voelde van vroeger en rook
hoe iemand in die hoek steeds groter werd en ik wilde het niet
weten. Hoe je aan het schrapen van hakken op de
tegels of het verplaatsen van een stoel iemand kan herkennen,
hoe een kuchje je kippenvel kan geven en je dan niet
wilt omkijken, hoe je nadrukkelijk voor je blijft kijken en
dan toch hoopt op die ruwe hand daar.
Reacties door alja
vaak ongewild
dank Frank
het verkeerde perkje
bij alles dat W. vertelt, zegt hij 'maak daar maar ...
hoe lief tegelijkertijd
dank Leonore
de 2e column voor de site van Pom Wolff
Hij is er nog, speelt piano en leest! Dank voor ...
mijn veiligheid
ik houd in alle opzichten meer van het suggestieve, x