Toen ik nog ergens tussen je halslijn en je krullen woonde,
opgevouwen in je armen, precies paste tussen je
benen, mijn koude voeten tegen jouw warme, steeds huilend
in de trein terug ging, onzichtbaar, met zware pas
naar mijn eigen ruimte, jij nog wat mokkend en trekkend en
flauwe grappen makend, mijn stad zou er
niet meer zijn, alle wegen waren onbegaanbaar, de wereld
zou vergaan, wat moest ik doen zonder jouw
bescherming, wat liet ik toen meer achter dan een hartje op
de spiegel, een oorbel aan de lamp, een sjaaltje vol
patchoeli, een kras op je rug, voordat ik kaartjes ging sturen
met alleen een A. achterop was er nauwelijks
bewijs dat ik daar geweest was, en nu nog, zeg jij alleen maar
dat ik zo leuk kon schrijven hoewel onleesbaar.
Reacties door alja
vaak ongewild
dank Frank
het verkeerde perkje
bij alles dat W. vertelt, zegt hij 'maak daar maar ...
hoe lief tegelijkertijd
dank Leonore
de 2e column voor de site van Pom Wolff
Hij is er nog, speelt piano en leest! Dank voor ...
mijn veiligheid
ik houd in alle opzichten meer van het suggestieve, x