Dat hij voorkeur heeft voor een bepaald woord is te merken
aan zijn hand op mijn arm die zachtjes naar

boven beweegt, dan daar weer talmt en vervolgens verder
trekt naar mijn hals en haren terwijl zij de andere

kant opkijkt en in gesprek is met de buurvrouw over reisjes
en vertrektijden en hoeveel je nu wel niet in je koffer

kunt doen. Terwijl wij voor ons uit blijven kijken alsof er
een kunstje vertoond wordt en we geen detail mogen

missen, zit zij scheef op haar stoel, is bijna gearriveerd op
haar bestemming, het weer is zeker zonnig, en

besluit ze nog even te blijven. Ik denk aan opstaan en iets
te eten halen en dan meteen naar de uitgang te

zoeken maar hij glijdt nu over mijn rug en mijn vestje zit
scheef en u weet vast wel dat dat geen gezicht is.