Het belangrijkste gevoel is dat van het thuiskomen. De eerste
dichter zegt het meteen, in deze vreemde stad, op

dit nieuwe podium, bij deze mensen. De tweede kent het toe
aan een vrouw, de derde laat het merken aan zijn

taal, de vierde lijkt te aarzelen maar staat daar dan toch maar
en alle vier, zegt een mevrouw halverwege, gaan

voor mij te snel, went dat ooit en hoe moet ik leren luisteren?
Ze komt beslist nog eens maar wist niet hoe vermoeiend

poëzie is. Het meisje in het zwart raakt juist geïnspireerd, ze
zit hier omdat ze ergens anders even niet welkom is,

en behalve de man voor de vroege bus loopt er niemand weg.
Natuurlijk, zegt iemand, en hoe gemakkelijk het gaat,

maar er is altijd het gevaar van struikelen over de kabels, de
drie traptreden en verdwalen in de zwarte gordijnen.