Staat u nog in kontakt met de hemel? vraagt een oudere heer
in de bus naast me, het is een zonnige zondagmiddag,

zijn vrouw knikt me vrolijk toe en naast haar zit de vader van
mijn kinderen, wat onderuitgezakt, en niet tot

een bijdrage bereid. Zij stoot hem aan en vraagt naar onze
verbinding en ik word afgeleid door zijn ‘vroeger

wel’ terwijl ik de echtgenoot antwoord van niet en hij over
zaligheden begint als de slagroom op de taart,

christelijke waarden en het verleden dus en opvoeding en ik
noem hoe de laatsten de eersten zullen zijn. Zijn vrouw

blijft knikken en schatert zelfs zo nu en dan terwijl ik denk
aan de wegen van goud ver boven ons en die ene

jeugdfoto van de oude lief waarbij hij zijn krullenhoofd, blond
nog, ver achterover boog om te zien wat er boven hem was.