Kinderen, zegt S. terwijl we bezweet op de terugweg zijn,
hebben de meeste fantasie, ouders veel minder,

ik hum, hij wacht even, ik vermoed wat er komt maar er
volgt niets, oma’s, zeg ik, maar hij onderbreekt me

en zegt ‘ik had het over fantasie, niet over energie’. Een
teveel van dat laatste werd net vertoond op het

voetbalveld waar zijn lange haar wapperde in de wind, en
hij me gerust wel zag, verscholen tegen het hek,

zijn broertje zat op een skippybal en bewoog niet maar had
storm tegen en het zweet, zei hij, droogde vanzelf,

hij wil gedragen worden en ondertussen mijn haar doen, op
het kerkplein eten we een cracker, de discipelen

hangen in steen aan de huizen rondom, het onkruid kruipt
door de tegels, de kraaien wachten op de kruimels.