Een droom waarin een hand vastzit in de bek van een dier,
het bijten voelen, de paniek, het schudden en

trekken, een toeschouwer die niets doet, willen schreeuwen
maar geen stem hebben, half wakker dan

ontdekken dat je handen in elkaar grijpen en je het zelf bent
die worstelt met alleen de bekende tegenstander.

Bij herhaling dat gevecht als schaduwen die naast je blijven
lopen waarheen je ook gaat, als praten tegen

afwezigen, als het horen van gesprekken na slechts een woord,
als ruis bij totale stilte. Vermoeid neervallen zonder

te kijken waar. De toeschouwer zijn maar ook het dier, de
eigenaar van de hand, de zon voor de schaduw,

de gil, de medestander, de tegenpartij, de wakende alsook de
dromer. Natuurlijk is er altijd iets te schrijven.