Natuurlijk is er niet echt gespuugd in mijn rechter- of
linkeroor zoals mijn vader nooit echt op reis

ging en de auto toch slingerend door de bergen ging en
zoals liefde soms nooit aanwezig was maar

wel gevoelvol beleden werd, dat vreselijk overdrijven
van hem nam mijn moeder hem kwalijk

zoals ze mij verweet dat ik veel te vrij schreef. Goed,
zei ze, maar niet zoals zij dat zou doen.

Dat schiet me te binnen als de dichter van het vorige
versje bezorgd vraagt of mijn oor nat was

en nog sorry daarvoor dan. Dat sorry zeggen zei mijn
vader ook net iets teveel, met tranen erbij

en sieraden en bossen bloemen. Die had ik graag ontvangen
voor al dat overdreven gedoe maar ja, niets natuurlijk.