Rug tegen rug leunend sla ik mijn armen naar achteren en zoek
zijn handen, leg ze op zijn vuisten, praat, zoek
vrede, herkenning. Hij is naakt, ik heb kleren aan, mijn kinderen
kijken toe. In een andere scene bladert hij in een dik
boek en vraag ik of hij het nog niet uit heeft. Met deze twee
flarden begint en eindigt de warme nacht. Verlangend
naar het einde van de zomer omdat de dromen dan anders zijn,
duidelijker, minder broeiend, minder fysiek. Een
koel laken, een strak bed, een nestelen in. Hij altijd veel warmer
alsof hij net uit de zon vandaan en met zand in zijn
krullen toevallig langskomt maar ik kan de deur dichthouden
zoals ik nog even mijn ogen dichthoud. Langzaam
afkoelen en dan het verhaal herschrijven. Vuisten die openzijn
en wel mij houden en misschien losse vellen in het boek.
Reacties door alja
vaak ongewild
dank Frank
het verkeerde perkje
bij alles dat W. vertelt, zegt hij 'maak daar maar ...
hoe lief tegelijkertijd
dank Leonore
de 2e column voor de site van Pom Wolff
Hij is er nog, speelt piano en leest! Dank voor ...
mijn veiligheid
ik houd in alle opzichten meer van het suggestieve, x