Je iets herinneren start meteen. Voeten hoog tillen omdat er
nog iets op de grond ligt, een aftelrijmpje maken
van de cijfers van een bepaalde datum, een kruisje slaan bij
een beeld dat je ook zonder je ogen tot spleetjes
te knijpen ziet. Zachtjes doen om niemand anders wakker te
maken. Jezelf horen vertellen hoe het ook alweer
was. S. draait op de bureaustoel en kijkt wel een kwartier naar
alle foto’s in de werkkamer en roept zijn vraag
de keuken in. ‘Ben jij dit?’ ‘Is je mamma er niet meer?’ Ís
dit ook familie?’ Dylan wordt daar de broer,
mijn moeder levend, alleen ik blijf onveranderd. ‘Hier’ zegt
hij, ‘was ik vier’. Of ‘toen ik geboren werd, was
jij er niet bij, hé?’ ‘Maar ik kwam meteen, zeg ik’ zoals ik nu
uit de keuken kom en we samen draaien in de wereld.
Reacties door alja
vaak ongewild
dank Frank
het verkeerde perkje
bij alles dat W. vertelt, zegt hij 'maak daar maar ...
hoe lief tegelijkertijd
dank Leonore
de 2e column voor de site van Pom Wolff
Hij is er nog, speelt piano en leest! Dank voor ...
mijn veiligheid
ik houd in alle opzichten meer van het suggestieve, x