S. en L. vullen mijn hele ruimte zoals ze mijn hart vullen,
mijn koelkast, mijn woordenschat, het park
hieronder, de lucht en mijn hele lijf. Het is hier best wel
groot, zeggen ze, en ik die alles klein heb
gevonden, zie opeens het vertrek uitdijen. Waar ze eerst
in mijn bed lagen en mijn arm over hen heen
mezelf behoedde voor een valpartij, liggen ze nu golvend
op het kermisbed aan mijn voeten, knuffels
onder hun hoofdjes. Waar ik eerst mijn richting zette naar
dit apparaat en de woorden rolden, klim ik nu
voorzichtig bij hen binnen, zie wat zij zien: o, wat een mooie
stad, zeggen ze, of kijk er zijn nog sterren.
Blaffende honden tellen niet, startende wagens horen ze
niet, ze wijzen in een verte die niet eerder zo helder was.
Reacties door alja
vaak ongewild
dank Frank
het verkeerde perkje
bij alles dat W. vertelt, zegt hij 'maak daar maar ...
hoe lief tegelijkertijd
dank Leonore
de 2e column voor de site van Pom Wolff
Hij is er nog, speelt piano en leest! Dank voor ...
mijn veiligheid
ik houd in alle opzichten meer van het suggestieve, x