Hij zegt dat hij alleen iets vergeten is als het iets ergs is,
alsof er meteen een filter over uitspraken en

gebeurtenissen ligt, een score met uitschieters en verdringen
de enige optie om nog nachten door te halen,

op te staan vervolgens en aan het werk te gaan. Wat is er
dan zo erg aan mij dat hij mij vergeet?

Ik ben aanmatigend, beweert hij, ik prik in een weke zij,
ik stoei met overgebleven ledematen en toon

geen respekt, voor wat eigenlijk, het verleden, de toekomst?
En na wat vrouwennamen komt de mijne dan,

terwijl alles toch met een A. begint. Maar goed, ook ik geef
een kleinkind de naam van de overleden kat,

zoek uren naar een bepaalde schrijver en laat omwoelde
lakens op de grond achter me.