Geef me een andere taal, een ander woord voor hetzelfde. Weet
een keer niet wat ik zeg, raad mijn

bedoeling. Leer me te spelen met mijn handen, glijdend over
alle andere plaatsen dan je rug, in de lucht de

tekens. Een mengelmoes van alles dat je al weet. De ontdekking
van iets van jaren terug. Mijn mond die

geen rondjes vormt maar hele kastelen, de torens in het midden.
Geef me een veer in plaats van een pen, een roze

lintje, een glanzend opgewreven kiezel. Het zonnetje niet in de
rechterbovenhoek maar in je oog. Iets nieuws om

te herkennen, iets ouds om te ontdekken. Jezelf. Geef me jezelf.
Vraag niet wat ik met je moet. Een plas in

het midden van de weg, het bij elkaar houden van mijn rokken.
Een reuzestap, een spiegel voor mijn voeten.