Een schrijver is niet bereid tot een burgerlijk leven, meent hij.
En zou die bereidheid er wel zijn, dan is de tijd de

ontbrekende factor. Selecteerde hij vroeger op het beroep van
kunstenaar want altijd bij huis en zo heerlijk los in

de uren, nu heeft hij liever een consulente of gepensioneerde,
een typiste of een oma maar dan met grote kinderen.

Een nauwgezet iemand die zijn afspraken noteert en kunst is
alleen een toegepaste waarde. Liever geen subsidie

overigens. Vanuit de verte komt mijn protest. De liefde van
zijn leven is nog zoekende. Eens zaten wij

op een rij waar tussen ons bewust een plek werd vrijgehouden,
niet voor een in de haast uitgetrokken mantel of

volle boodschappentas, nee misschien kwam zij toevallig binnen
en zou ze plaatsnemen naast hem. Natuurlijk deed ze dat.