O kijk daar eens, roepen de vrouwen en ik draai me om en kijk
mee. Op de stoep rijdt een bakfiets, roze, en drie
kindjes springen eruit met knutselwerkjes in hun hand. Mijn
afgebroken verhaal blijft op tafel liggen, hun
opwinding is als de plotselinge wending in het telefoongesprek
met mijn lief die aan het eind zegt het liefst in een
veld, los, begraven te worden. Niet dat ik eerder ga dan jij, voegt
hij er aan toe. Bedreigd door dat roze en dat zwarte
van hen verzin ik andere zaken. In dromen verklaar ik me nader.
Iemand probeert me te zoenen en ik druk hem weg.
Het is afgelopen, schreeuwt opeens iemand anders. Aan tafel zit
een boos meisje dat stampend verklaart dat ze niets of
nooit meer wil geven, het is genoeg geweest. Uit mijn mond komt
zomaar niets meer, we gaan knutselen, denk ik.
Reacties door alja
vaak ongewild
dank Frank
het verkeerde perkje
bij alles dat W. vertelt, zegt hij 'maak daar maar ...
hoe lief tegelijkertijd
dank Leonore
de 2e column voor de site van Pom Wolff
Hij is er nog, speelt piano en leest! Dank voor ...
mijn veiligheid
ik houd in alle opzichten meer van het suggestieve, x