Dichters in de trein met aanrijding vragen zich af wie er geraakt
is en menen aan een bons, een hobbel van

jewelste, de afmetingen te raden of de soort en toch alsjeblieft
geen medestander maar liever een

brok beton, half bos of op tijd verlaten voertuig waaraan nog
getrokken is en geduwd alvorens. Ze

berichten mij dat het later wordt. Angst, zeggen ze na een tijdje
luidop, is een galopperend paard in je hoofd en

ook beweren ze dat ze hem ingeruild hebben voor iets anders.
Gelukkig is er niemand dood, zegt de reeds

aanwezige en zich herhalende dichter, en je kunt er zo leuk
over schrijven, meent een ieder. Toch blijkt de pijler

van de brug nog overeind te staan, de vertraging slechts een half
uur en het publiek nog steeds enthousiast.

 

 

(met dank aan Katelijne Brouwer voor dat galopperend paard)