Voor iets maak ik ruimte ’s nachts. Ik hoor mezelf zeggen
‘kom maar’ en of het een baby is of de kat of
een groter kind weet ik niet. Baby’s kunnen niet klimmen
toch maar vervolgens nestel ik me tegen en prevel
zoete woordjes en ga verder met slapen. Over de grond en
in de spleten van de vloer zijn het veelal
zwarte beesten die glibberend hun weg zoeken, er kloppen
geesten aan de deur waarvoor ik me onder de
lakens verberg, er kraakt iets en het huis lijkt zich te kantelen.
Deze nacht echter is alles van een
geruststellende warmte en zachtheid, ik weet de namen en
ook al is er in de ochtend niets meer, de geur van
het poezenlijf en de kinderen stijgt op, er zal iets te eten zijn
en een vervolg op de zomer dient zich aan.
Reacties door alja
vaak ongewild
dank Frank
het verkeerde perkje
bij alles dat W. vertelt, zegt hij 'maak daar maar ...
hoe lief tegelijkertijd
dank Leonore
de 2e column voor de site van Pom Wolff
Hij is er nog, speelt piano en leest! Dank voor ...
mijn veiligheid
ik houd in alle opzichten meer van het suggestieve, x