Wat resteert is een metertje tegels hangend tussen de ene
boom en de andere, drie stoeltjes, drie potten
met iets groens, twee gele kussentjes, een rode, een handvol
dode bladeren, twee flessen water die bemost staan
af te wachten, zwarte draden die vanaf de muren bewegen,
iets dat niet meer leeft en toch zucht, geen zicht
op de aarde die zich soms afwierp van de kleine beesten,
geen kerktoren die slaat. Ver beneden is een
kind zoek, ‘ben je besodemieterd’ roept een moeder, een
hand knijpt, iets kletst, een deur slaat. Ik weet
hoe ze heet. Op de hoek schuilt een vrouw onder een laken,
een derde zet, bijna behoedzaam, een vuilniszak in
het gras. Er wordt gevraagd of iemand thuis is, een gil, een
uitzicht vanuit halverwege de zonnige lucht.
Reacties door alja
vaak ongewild
dank Frank
het verkeerde perkje
bij alles dat W. vertelt, zegt hij 'maak daar maar ...
hoe lief tegelijkertijd
dank Leonore
de 2e column voor de site van Pom Wolff
Hij is er nog, speelt piano en leest! Dank voor ...
mijn veiligheid
ik houd in alle opzichten meer van het suggestieve, x