Opeens zit er tijdsverschil tussen de ene en andere ruimte.
Alsof mijn gang verlengd is in de nachtelijke uren,

mijn pas vertraagd, alsof iets aan me trekt terwijl ik tegen
de wanden duw alvorens de plaats bereikt wordt

waar we zittend de wereld kunnen beschouwen. Alsof we
niet op grote hoogte tussen de bomen zweven

maar tussen de seizoenen, temperaturen en leefwijzen van
alle mensen op aarde. Een secondewijzer die

bleef hangen achter een pluisje op het scherm, een radertje
verstopt in het kleinste apparaat, een hikkend

onderdeeltje in onze huishouding, een uitstel van slechts
een minuut, een overweging die

wat langer neemt dan de gebruikelijke stilte, een verlamde
spier in ons lijf misschien of ergens elders.