Misschien moet ik niet het schrijverschap als dekmantel
voor de overige activiteiten gebruiken maar

het lichtvoetige ‘ik ben in alles dichter’. Misschien moet
ik op tenen reiken en leren dansen of geen

enkele hoedanigheid noemen. Blanco door het leven gaan
en dan het liefst rollend zoals de mooiste baby

ons favoriet Boeddha beeldje werd, hele afstanden aflegde
zonder te kruipen en toch klem kwam te zitten

onder de open haard. Misschien moet ik niets doen zodat
ik noch te schande noch ten voorbeeld dien,

afgunst noch hoon verzamel. De as in de vuurplaats nog
warm, een half broodje misschien nog of

een stokje vlees dat achterbleef als noodvoorraad voor
een hongerig iemand op doorreis.