Een stormachtige groet klinkt nog goed. Alsof je heel actief
tussen twee andere dingen door iemand niet vergeet.

Alsof je niet binnen komt maar alleen je neus laat zien, meteen
verder holt en nog even bonst tegen het raam.

Niet dat je langzaam verschuift in de tijd, het huis zich bijna
loslaat of de bomen je proberen te verslinden,

niet dat je aan de andere kant belandt en niet terug kunt komen,
niet dat je meent dat de wereld vergaat en zeker niet

dat je iets vergeten bent, bijvoorbeeld je vast te ketenen aan
de boekenkast die toevallig het zwaarst is,

extra proviand in te slaan, iedereen de groeten te doen en nu
deemoedig, de laatste foto’s te bekijken en te denken

dat alles best wel meevalt. Het is de tijd van het jaar, meen je
nog en dat je gewoon je fiets in de berging laat.