Als oma mag je alles. Weliswaar zijn de kleinzonen te groot om
zo te heten want al drie en vijf en beticht de een,

de oudste uiteraard, dat je niet nadenkt terwijl je dat nu juist wel
als oma de hele tijd doet alleen niet bij het bouwen

van huizen, rondvliegen over weilanden, liggen op je rug want
neergestort en knuffelen want zoveeeeeeel liefde.

O ja, zegt ie. We zijn achtereenvolgens fabrikant van boterhammen
met pindakaas, kampioen droogmakers van laarsjes,

grapjassen van niets en winnaars van een speciaal soort domino
waarbij het echt helemaal niet gaat om het winnen.

Bovendien dringt nu tot ze door dat alleen grootmoeders zo gek
zijn om bij je in het toilet te hurken en te kijken

wat er wegspoelt, met jou onder de arm over een plas te springen
maar er middenin te komen, grgrgr roepend omdat het licht

op rood blijft.