Twee aan twee blijven ze achter mij. Het tempo onderhevig aan
de toon, de fietsmandjes leeg maar achterop de
identieke jasjes en de petten diep tegen de neus en daartussen
nog een zonnebril. Dan komt het moment van
inhalen, bellen, vaart minderen terwijl het gebabbel luider wordt.
Een bepaalde moedeloosheid overvalt me.
Bloesjes wapperen in de wind, het weiland waait, kleurvakken
rechts, een stroompje links, een laag vliegende
vogel, reikhalzend geschreeuw, een bankje met dezelfde fietsers,
de voertuigen tegen de prullenbak, een losse
hond, een pet op de knie, zij schenkt de koffie, hij drinkt. Het pad
versmalt, een schaduw bij een jong boompje, de stad
lonkt. Eerst als ik thuis ben lees ik “ga je mee fietsen, doen we
koffie onderweg” en schud ik grimmig het hoofd.
Reacties door alja
vaak ongewild
dank Frank
het verkeerde perkje
bij alles dat W. vertelt, zegt hij 'maak daar maar ...
hoe lief tegelijkertijd
dank Leonore
de 2e column voor de site van Pom Wolff
Hij is er nog, speelt piano en leest! Dank voor ...
mijn veiligheid
ik houd in alle opzichten meer van het suggestieve, x