Hij wist niet waarom maar het waren vaak de oudere vrouwen
die bij hem binnenkwamen met een gevulde koek

of een mislukt cakeje of erger nog, bloemen uit de berm die
terwijl ze het bosje overhandigden op de toonbank

uit elkaar vielen. Dat deed dat cakeje eigenlijk ook. Ze noemden
hem een geweldige ondernemer, keken zelfs wat

schalks of beklemtoonden zijn service, zijn altijd opgewekt
humeur en tomeloos geduld. Ach ja, zei hij dan.

Gisteren kwam er iemand met een gedichtje. De printer was
kapot dus had hij mee moeten kijken op haar

telefoon en gevaarlijk dichtbij moeten komen. Prijswinnend,
zei ze maar hij wist niet of hij dat was of dat

versje. Hij wilde zeggen hoe vreselijk aardig zij was en ook zo
opgewekt maar hij zweeg en nam een reusachtige hap.