Als in de nacht je lief de deuren sluit van je ouderlijk huis,
rondom de woning zijn stappen zet en het weiland

snuift, terwijl hij nooit de bewoners ontmoette of neerzat
op het leren bankstel met uitzicht op de

vlaggenmast en de wapperende driekleur, betekent dat dan
dat hij tot je gemis is doorgedrongen, tot je liefde,

tot je begin, tot het stugge lintdorp en de maanstanden van
je moeder? Als hij zorgvuldig, en je ziet het hem

doen, alle sloten draait en met je de trappen neemt tot helemaal
boven, terwijl het al schemert en niemand meer

thuis is, de vlag opgevouwen en met genaaide scheuren in de
naar kamfer ruikende kast, heeft hij dan jou

helemaal leren kennen, zal hij dan nooit meer gaan, overweegt
hij dan een verhuizing naar deze vrije ruimte?